Sinds een flink aantal jaren beheert De Wieger een selectie kunstwerken uit de collectie van de Amsterdamse verzamelaar en handelaar Ger Fransen. Het gaat om werken uit de interbellum periode die aansluiten bij de collectie van De Wieger, van onder meer Jacoba van Heemskerck, Leo Gestel, Douwe van der Zweep, Harmen Meurs en Toon Kelder.
Dat de collectie Fransen veel uitgebreider is, wordt de komende maanden duidelijk. Dan is op de bovenverdieping van De Wieger een uitgebreide tentoonstelling te zien met werken uit de periode 1940-1965. Met werk van onder meer Anton Rooskens, Sedje Hémon, Theo Stiphout, Theo Niermeijer, Jaap Wagemaker, Frieda Hunziker, Lotti van der Gaag, Jan Sierhuis, Eugène Brands en Nicolaas Warb (pseudoniem voor Sophia Warburg) geeft de tentoonstelling niet alleen een beeld van de uitgebreide privéverzameling, maar laat tevens zien welke ontwikkelingen de kunst in de decennia na het interbellum doormaakte.
Al vanaf de Eerste Wereldoorlog zetten kunstenaars zich steeds sterker af tegen de gevestigde orde. Hieruit ontstaan stromingen als Dada en De Stijl. Na de Tweede Wereldoorlog zet deze ontwikkeling zich voort; de academische tradities en voorgeschreven regels worden steeds meer losgelaten. Onder meer de kunstenaars van CoBrA staan bekend om deze vrije benadering. Daarnaast ontstaan tal van andere stromingen, waaronder het neo-expressionisme, abstract-expressionisme, nieuwe figuratie en non-figuratief werk. Door een groot aantal van deze werken uit de collectie Fransen samen te brengen in De Wieger, wordt duidelijk hoe rijk en gevarieerd de naoorlogse kunst was.
De nieuwe tentoonstellingen 'De schoonheid van het onbekende' en 'In de Ateliers: Michiel Coolen en Bert Roozen' zijn al gereed en te bezoeken vanaf donderdag 5 december!